achtergrond

Agenda

ROTOR 24 aug.

ROTOR

BVA Meet and greet ROTOR

Foto: Buisson Clothilde

Schrijf je in voor een uniek bezoek aan Rotor, een collectief van onderzoekers en ontwerpers met een gedeelde interesse in materiaalstromen in de industrie en het bouwbedrijf dat sinds 2005 bestaat.
Doorheen hun projecten ontwikkelen zij kritische posities met betrekking tot architectuur en design, de materiaaleconomie, hergebruik, afvalvermindering en circulaire economie.
Rotor is actief als ontwerp- en architectuurstudio en realiseert interieurs en gebouwen, maar ontwikkelt als onderzoeksbureau ook tentoonstellingen, publicaties, analyses en workshops.
De spin-off Rotor Deconstruction startte in 2014 als een eigen hergebruik-activiteit, gericht op de ontmanteling en verkoop van herbruikbare bouwelementen op grote schaal.

Deze activiteit start om 10 uur en neemt ongeveer 2,5 uur in beslag.

Foto's ROTOR

Verslag

Urban mining, het nieuwe slopen

De BVA uitstap naar Rotor Anderlecht (Brussel) was een voltreffer. Dat zag je ook aan het aandachtige publiek dat de oren gespitst hield bij de facts en de figures die medeoprichter Lionel Devlieger voorschotelde en zo menig architect wakker schudde.

Op een wat onbestemde plek in Anderlecht waar vroeger Leonidas was gehuisvest woont nu Rotor. Boven aan de ingang staat er SHOP in letters gevormd met een paar gerecupereerde latjes hout. De suikerzoete chocoladegeur heeft plaats gemaakt voor de opslag van de meest uiteenlopende spullen. Kapstokjes – voor directie en personeel - ontworpen door Jules Wabbes, veegborstels uit vervlogen tijden, vetpotjes spijkers, lichtarmaturen met bijbehorende profielen en keurig uitziend gebruikt kantoormeubilair. In een hoek staan de profielen netjes en de lampen kunnen perfect gerelamped worden met led. Wat een weelde aan sloopmateriaal!

Publicatie

De koffie uit de eerlijke vintage keuken smaakt huiselijk alsook het gewone kraantjeswater. Weg van de exuberante luxe, weg van de dagelijkse gewoonte om alles gloednieuw aan te schaffen. Onze gastheer is Lionel Devlieger, in een belendende vergaderzaal legt hij in kort bestek uit waar Rotor zich zoal mee bezighoudt. Een tsunami aan informatie komt op ons af, maar algauw beseffen we dat Rotor meer is dan een winkel met leuke gerecupereerde spulletjes. Devlieger is ingenieur-architect (UGent) en lesgever o.m. in Delft en aan de Columbia Universiteit. Lionel Devlieger: “Wij doen mee aan ontwerp- en kunstprojecten ik denk dan o.a. aan de Triënnale in Brugge en Beaufort. Rotor heeft in werkelijkheid vier poten. Er zijn de architectuurprojecten zoals het MAD in Brussel een centrum voor creatief modetalent dat samen met V+ werd gerealiseerd. Geen van de bestaande gebouwen werd hiervoor afgebroken. Tentoonstellingen o.m. over Office for Metropolitan Architecture (OMA) vormen daarnaast een belangrijk onderdeel samen met de publicaties zoals het meest recent verschenen Déconstruction et réemploi / Comment faire circuler les éléments de construction. De vierde poot van het collectief is Rotor Deconstruction opgericht in 2016 dat zich op speciale wijze focust op hergebruik en daarmee het begrip circulaire economie in de praktijk omzet (lees verder).

Catastrofe

Lionel Devlieger loodst ons in ijltempo dieper in het Roto-verhaal. Zo komen we te weten dat kunststoffen onmisbaar zijn gebleken als basismateriaal voor onze moderne economie. Het gebruik is in de laatste vijftig jaar twintig keer gestegen, en er wordt verwacht het gebruik de volgende twintig jaar zal verdubbelen. Slechts 95% van de kunststoffen verpakkingen is na één gebruikscyclus verloren. Een catastrofe als je er begint over na te denken. Vooral de Ellen MacArthur Foundation heeft het initiatief genomen om hieraan iets te doen en dit mondiaal probleem serieus aan te kaarten.

Denktank

In eerste instantie is Rotor een denktank en een raadgever, maar sinds 2016 deconstrueren zij ook zelf onder het spinn-off bedrijf RotorDC (DeConstruction). Bruikbare materialen worden uit te slopen gebouwen gerecupereerd en doorverkocht tegen prijzen tot 50 procent van de nieuwprijs. RotorDC geeft per jaar zelfs meer dan 200 ton afbraakmateriaal uit het Brussels Gewest een nieuwe bestemming. Over hergebruik gaat ook het laatste boek waaraan Devlieger meewerkte. In het Engels heet de stadssloop urban mining (stadsontginning). Maar Devlieger is niet bang om hete hangijzers boven water te halen. "België produceert jaarlijks een berg bouwafval tweemaal zo groot als de piramiden van Gizeh. Een berg die berg blijft groeien. Tot 90 procent van het bouwafval wordt gerecycleerd", weet de ingenieur-architect. "Het gros daarvan bestaat uit steenachtige materialen die worden verpulverd tot een ruw gruis dat gebruikt wordt als onderlaag voor nieuwe wegen”. Er worden nauwelijks nog nieuwe wegen aangelegd. Kortom we investeren massaal in een product dat ongeveer nul euro waard is. En dat terwijl bakstenen, tegels en marmers, die ook in de gruismolen eindigen, tot honderden euro's per ton kunnen opbrengen.”

Ladder van Lansink

Rotor pleit er dan ook voor om minder te recycleren en meer te hergebruiken. Recycleren impliceert meestal downcycling. Devlieger verwijst naar de bekende ladder van Lansink die eind jaren zeventig sprak over reduce, reuse, recycle - in die volgorde. Probeer in eerste instantie zo weinig mogelijk weg te gooien. Hergebruik zoveel mogelijk wat je wilt weggooien. Ga pas daarna over tot recyclage.

In de praktijk levert het ontmantelen nog heel wat op voor RotorDC. Devlieger toont beelden van de afbraak van het voormalige Fortis-gebouw. “Daar hebben wij onder andere een plafond van Jules Wabbes gerecupereerd, verder een vloer van gevlamd graniet en een trap in tropisch hardhout en een partij brons. In totaal ging het om 200 ton. Er wordt vooral naar gestreefd om die materialen te recupereren die in aanmaak veel CO2produceren, zoals lichtarmaturen.

Versleten logica

Ontmantelen is een arbeidsintensieve en dus dure aangelegenheid vandaar dat Rotor selectief te werk gaat. Alleen kwalitatieve materialen die verkoopbaar zijn en te ontmantelen binnen een economische realiteit, komen in aanmerking. Het kost dan ook ongeveer zeven keer zo veel werktijd als een klassieke normale sloop. Als we kijken naar de moderne geschiedenis dan werd er vooral ingezet op de verhoging van automatisering en de reductie van mankracht. De taksen op grondstof liggen laag en die op arbeid hoog. Een versleten logica die nauwelijks nog te handhaven is.

De sprong naar remanufacturing

Remanufacturing is voor Devlieger nog zo’n begrip met een grote toekomst. In plaats van alles nieuw te maken is het beter om bijvoorbeeld interessanter oude gietijzeren radiatoren (uitstekende stralingswarmte) opnieuw te zandstralen en te verven. Een productiebedrijf dat zijn materialen terugneemt en herwerkt is de sprong die Rotor graag aanmoedigt. Vooruitziend zou zijn dat aannemers en architecten ontwerpen in functie van de latere ontmanteling. In Kampenhout is er een bedrijf dat zich toelegt op de recuperatie van bakstenen. Lionel Devlieger: “Zij kunnen echter alleen huizen tot en met de jaren ‘50 ontmantelen, omdat die huizen gemetseld zijn met kalkmortel en niet met cement. Kalkmortel kun je met de hand van de baksteen kloppen, cement niet."

Librobook

Een mooi project van Rotor is bijvoorbeeld Librebook, een geëngageerde boekenwinkel op de Waversesteenweg in Elsene waar je boeken in alle talen van de Europese Unie vindt. Omdat de ramen te hoog stonden, verhoogde Rotor de vloer met oude decorpanelen afkomstig van Koninklijke Muntschouwburg, afgedekt met een gerecupereerd parket. De boekenkasten in de winkel komen van de Boekentoren in Gent en zijn ooit ontworpen door Snead, een bedrijf dat ook de Library of Congress in Washington DC van rekken heeft voorzien. De privéruimte van de winkel werd bekleed met een oud decor geschilderd op doek van wederom de Muntschouwburg. Er staat een landschap op afgebeeld. Verder zijn tal van muren bezet met plafondelementen uit het Fortis-gebouw in Brussel.

Auteur: Philip Willaert