Blijf op de hoogte
Schrijf je in op de nieuwsbrief om een overzicht te ontvangen van de belangrijkste nieuwsberichten en activiteiten.
Met afschaffing van vestigingswet, ging ook vorm van consumentenbescherming verloren
Naar aanleiding van het recente nieuws over een onafgewerkt woonproject in Roeselare door een faillissement, dringt de voltallige bouwsector aan op een nieuw, modern, bindend kader voor starters. De sectororganisaties Embuild Vlaanderen, Bouwunie, NAV, BVA, Orde van Architecten – Vlaamse Raad, BVS en ORI, en de vakbonden ACV, ABVV en ACLVB vragen aan Vlaams minister van Werk, Jo Brouns, om gezamenlijk de toegang tot het bouwberoep opnieuw te stroomlijnen op een hedendaagse manier en met de focus op bedrijfs- en beroepskennis.
De Vlaamse regering heeft op 1 januari 2019 de vestigingswetgeving afgeschaft. Sindsdien is het aantal starters in de bouw, maar ook de kans op faillissement aanzienlijk gestegen. De vestigingswetgeving verplichtte bouwbedrijven om voor een heel aantal bouwactiviteiten hun ondernemingsvaardigheden te bewijzen. Dat ging zowel over de basiskennis bedrijfsbeheer als over beroepsbekwaamheid. Zo bood de vestigingswetgeving bijkomende zekerheden aan consumenten, omdat elke bouwonderneming getest werd op haar bedrijfs- en vakkennis. In de andere gewesten bestaat de vestigingswetgeving nog wel. De bouwsector dringt nu aan op een nieuwe, moderne variant van de afgeschafte vestigingswet. Dat komt zowel de klant als de startende ondernemer ten goede.
“Bedrijfs- en vakkennis sterkt een startende ondernemer, vermindert het risico op faling, en beschermt de klant tegen onregelmatige bedrijfsvoering en slechte uitvoeringen. De toegang tot het bouwberoep dient gepaard te gaan met de nodige scholing en professionalisme. Naast het cruciale belang van o.a. de kostprijsberekening van een project, maakt de technische evolutie van de laatste jaren dat een aannemer zich continu dient bij te scholen om de vereiste kwaliteit te leveren. Om de hele sector en de consumenten te beschermen tegen onafgewerkte huizen en onbetaalde onderaannemers, is het noodzakelijk om een vernieuwde vestigingswet in te voeren. Alleen zo kan het aantal gedupeerden in de hele keten afnemen”, zegt Marc Dillen, directeur-generaal van Embuild Vlaanderen.
De Orde van Architecten – Vlaamse Raad, Netwerk Architecten Vlaanderen en de Beroepsvereniging voor architecten in een gezamenlijke reactie: “Veel meer dan vroeger worden consumenten en architecten vandaag geconfronteerd met aannemers die de nodige beroeps- en administratieve vaardigheden ontbreken om een bouwproject tot een goed einde te brengen. In combinatie met de gewijzigde vennootschapsregelgeving - waar veel minder startkapitaal is vereist - stellen we helaas meer en meer vast dat aannemers zonder de nodige vakbekwaamheid, zonder de nodige bedrijfskennis om een bedrijf rendabel te kunnen runnen en zonder de nodige financiële back-up, consumenten misleiden en steeds meer hogere voorschotten vragen. Dit niet alleen bij projecten waar de medewerking van een architect verplicht is, maar nog meer bij de talloze kleinere bouwwerken waar de achteloze consument als leek overgelaten wordt aan de praktijken van weinig betrouwbare bouwpartners met mooie praatjes en loze beloften. Daarom raden de Orde van Architecten – Vlaamse Raad, Netwerk Architecten Vlaanderen en de Beroepsvereniging voor architecten bouwers en verbouwers aan om altijd te werken met een onafhankelijke architect, ingeschreven bij de Orde van Architecten. Ook wanneer dit niet verplicht is. Architecten hebben een betrouwbaar netwerk van bouwpartners en kunnen consumenten op weg helpen om een betrouwbaar team voor hun (ver)bouwproject aan te stellen. Ze weten welke voorschotten aanvaardbaar zijn en voeren ook een controle uit op de kwaliteit van de werken. Met een architect aan je zijde sta je als consument sterker bij discussies over bouwtechnische en financiële zaken. De architectenorganisaties zijn bijgevolg ook vragende partij om de vestigingsreglementering opnieuw in te voeren in Vlaanderen.”
In Vlaanderen is er vandaag geen vereiste meer van beroepsbekwaamheid en bijgevolg geen controle ter zake, en kan iemand sneller en eenvoudiger starten met bouwactiviteiten. Vergeleken met 2018 is het aantal faillissementen in 2022 gestegen met 40% in Vlaanderen. In Wallonië was er in dezelfde periode een daling van 21% en in Brussel was er een daling van 10%. Dit ligt enerzijds aan het hogere aantal startende bedrijven in Vlaanderen, maar anderzijds is het aantal starters verminderd en bereiken we tegelijkertijd een historisch hoogtepunt aan faillissementen. De kans op faillissement is bovendien een stuk groter bij starters dan bij al gevestigde bedrijven.