Verslag
Op de avond van drie december kwamen architecten, studenten en professionals samen rond de presentatie van drie masterproeven die elk op hun eigen manier de relatie tussen architectuur, natuur en ecologie onderzochten. De bijeenkomst vond plaats in het zestiende-eeuwse Knechtkenshuys aan de Paardenmarkt, een locatie die historisch symbool staat voor opleiding en kennisoverdracht. Zo is het gebouw begonnen als toevluchtsoord voor weesjongens waar ze een stiel aangeleerd kregen. Deze context gaf extra betekenis aan de avond, waarin academisch onderzoek en praktijkervaring elkaar ontmoetten en met elkaar in dialoog traden. De samenkomst kan dan ook worden gelezen als een eigentijdse invulling van Baukultur, waarin reflectie, overdracht en engagement centraal staan, geheel in de geest van de Davos-criteria voor een hoogwaardige bouwcultuur.
De drie masterproeven benaderden een gedeeld thema vanuit verschillende, maar sterk complementaire invalshoeken. Ruben Neves (KU Leuven) opende de avond met Torre Natura, een onderzoek naar de herbestemming van verlaten watertorens langs de Belgische kustlijn tot natuurinclusieve infrastructuur. Zijn onderzoek koppelt erfgoedwaarde aan biodiversiteit en toont hoe architectuur actief kan bijdragen aan ecologische netwerken en klimaatadaptatie. Daarmee sluit het project nauw aan bij de Davos-criteria Milieu, Functionaliteit en Genius Loci, waarin zorg voor de omgeving en betekenisvolle inbedding centraal staan. Manon Goddeeris (Universiteit Antwerpen) breidde deze ecologische benadering uit naar de schaal van het dorp in haar masterproef Dorpenlandschap, Kortemark. Door landschap, waterbeheer, mobiliteit en bebouwing samen te denken, ontwikkelde zij een masterplan dat dorp en omgeving opnieuw met elkaar verbindt. Haar werk benadrukt het belang van ruimtelijke samenhang en contextgevoelig ontwerp en sluit aan bij de Davos-criteria Context en Diversiteit, waarin aandacht wordt gevraagd voor de gelaagdheid en complexiteit van de gebouwde omgeving. De derde presentatie, door Ebert De Roover (VUB), verlegde de focus naar materialen en systemen. Zijn onderzoek naar circulaire end-of-life strategieën voor biogebaseerde isolatiematerialen maakte duidelijk dat ecologisch bouwen niet enkel een ontwerpvraag is, maar ook afhankelijk is van regelgeving, logistiek en economische haalbaarheid. Daarmee bracht hij vooral de Davos-criteria Economie en Bestuur in beeld en onderstreepte hij het belang van structurele randvoorwaarden voor duurzame ambities.
Doorheen de avond werd duidelijk hoe sterk de Davos-criteria, bewust of onbewust, aanwezig zijn in de drie masterproeven. De kracht van de bijeenkomst lag echter niet alleen in de kwaliteit van de afzonderlijke presentaties, maar vooral in hun samenkomst. Gezamenlijk toonden de projecten hoe een hoogwaardige bouwcultuur ontstaat uit de wisselwerking tussen ontwerp, landschap en materiaal, en hoe ecologische architectuur baat heeft bij een geïntegreerde benadering over schalen en disciplines heen. De avond illustreerde daarmee ook het belang van het Davos-criterium Diversiteit, dat benadrukt dat Baukultur ontstaat waar mensen, perspectieven en ervaringen samenkomen. Niet alleen studenten uit verschillende opleidingen en universiteiten, maar ook architecten en professionals die de stap naar de praktijk reeds hebben gezet. Zo werd zichtbaar hoe de ontmoeting tussen opleiding en praktijk een vruchtbare voedingsbodem vormt om ecologische ambities te vertalen naar realiseerbare, gedragen en toekomstgerichte architectuur.
Verslaggever voor BVA
Wannes Derycke