achtergrond

Nieuws

Archief

Duurzaamheid, meer dan EPB

Duurzaamheid, meer dan EPB

Standpunt
25 jun. 2015

BVA standpunt juni 2015

Bijna 10 jaar geleden werd de EPB-regelgeving ingevoerd om bouwers en verbouwers te verplichten om op een duurzame manier met energie om te gaan. E- en K-peilen behoren intussen tot de dagelijkse bouwterminologie. Maar hoe duurzaam en effeciënt is de EPB-regelgeving echt?

Als beroepsvereniging voor architecten ondersteunt BVA een gerichte duurzame evolutie in het bouwgebeuren. Architecten dragen hierin een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid. Steeds meer wordt duidelijk dat energiebeperking slechts een deel van de oplossing naar duurzaam bouwen is. Het ontwerpproces op zich, de vertaling van een programma, de inplanting, de mobiliteit, de relatie tot het landschap, het watergebruik, het materiaalgebruik, de leefbaarheid, de toegankelijkheid, de betaalbaarheid… Het zijn stuk voor stuk belangrijke bezorgdheden voor de opdrachtgever en architect om de duurzaamheid van een ontwerp te garanderen en de toekomstige generaties niet te hypothekeren. BVA beklemtoont de blijvende noodzaak van de creatieve rol van de architect in dit complexe gebeuren​.

Bij onze leden van de beroepsvereniging kunnen we inzake EPB heel veel positieve reacties noteren, maar tegelijk zijn ook heel wat kritische geluiden waar te nemen. De EPB-regelgeving is in het leven geroepen als een controle-instrument voor de overheid. Het E-peil is in dat opzicht een theoretisch kengetal dat laat weten wanneer iemand binnen de lijntjes kleurt of niet, los van het reële energieverbruik. Veel architecten beginnen het E-peil echter ook als praktische toetssteen te gebruiken om zo een inzicht te krijgen in de energetische aspecten van hun gebouw. Hiervoor is het E-peil niet zo geschikt omdat het uitgaat van een aantal theoretische aannames (eenzelfde temperatuur in het hele gebouw, interne winsten ...). Bovendien is de samenstelling van het E-peil weinig inzichtelijk. Welke E-punten zijn het resultaat van welke maatregelen? De strenge verplichtingen enerzijds en het gebrek aan transparantie anderzijds hebben ervoor gezorgd dat soms blind een E-peil nagejaagd wordt zonder zich rekenschap te geven van de uiteindelijke kwaliteit en logica van het ontwerp. Overigens leidt de focus van EPB op het primair energieverbruik van de woning nogal eens tot toevlucht naar hoogtechnologische installaties in plaats van eerst de beperking van de energievraag te onderzoeken door bijvoorbeeld inplanting, oriëntatie en zo meer.

Gezond verstand en architecturale kennis worden in een dergelijke berekeningswijze niet altijd beloond. Bovendien maakt de theoretische benadering het niet eenvoudig om inzicht te verkrijgen in de maatregelen die het meest effect hebben en om erop een overtuigende manier met bouwheren over te communiceren. BVA begrijpt het opzet van het door de EPB-verslaggever berekende E-peil als controle-instrument voor de regelgevende overheid, maar pleit tegelijk voor meer inzicht en gebruiksvriendelijkheid in de berekeningswijze. Hierdoor zal het draagvlak zowel bij bouwprofessionelen als bij bouwheren aanzienlijk toenemen. Daarom zouden instrumenten om op eenvoudige en heldere manier doorgedreven optimalisaties en alternatieven te onderzoeken tot de mogelijkheden moeten behoren. Nu wordt deze vaak tijdrovende inspanning enkel uitgevoerd door de betere EPB-verslaggever.

BVA schreef reeds in een artikel dat bouwen de voorbije tien jaar niet goedkoper is geworden. De verstrengde energie-eisen zijn hier mede verantwoordelijk voor en de deadline voor de EPB-eindaangifte laat fasering niet toe. Het credo dat groene maatregelen zichzelf terugbetalen is best verdedigbaar, maar als het bouwbudget bij aanvang ontbreekt leidt dit ertoe dat de bouwheer afhaakt. Met de focus op duurzaamheid in zijn globaliteit pleit BVA voor een haalbaar traject voor iedereen en fasering zou dan tot de mogelijkheden moeten behoren. Een bijkomend nadeel van een eenmalige controle kort na de oplevering is dat de bouwheer minder gemotiveerd wordt om bijkomend energetisch te investeren op middellange of langere termijn. Naast nieuwbouw is deze bekommernis voor renovatie nog een stuk groter. Heel dikwijls wordt er namelijk gerenoveerd omdat dit gefaseerd kan gebeuren. Met het renovatiepact in gedachten wilt BVA heel duidelijk stellen dat de beroepsvereniging een pleitbezorger is van betaalbaar wonen voor iedereen. Duurzaamheid betekent in dit opzicht in de eerste plaats geleidelijke, betaalbare maatregelen en een aangepast subsidiebeleid. In het andere geval mag de overheid verwachten dat er in de illegaliteit zal verbouwd worden. Dit kan niet de bedoeling zijn van een bestuur dat op duurzame wijze vooruit wil.

BVA gelooft steevast in een duurzame ontwikkeling van het architectuurlandschap. Zij benadrukt hierbij de rol van de architecten in de transformatie naar een duurzaam maatschappelijk bewustzijn. BVA wilt deze transformatie in zijn globaliteit aanschouwen en benadrukt de noodzaak van energetisch “bouwen en verbouwen” als onderdeel van dit proces. Om een duurzaam maatschappelijk bewustzijn te creëren , is samenwerking vereist tussen alle geledingen van de maatschappij. BVA doet hiermee een warme oproep om overtuigd en kritisch te evolueren naar een duurzame toekomst.

Noot:

Sinds 2006 is de EPB-regelgeving van kracht. Het was de start van een krachtige evolutie in het bouwgebeuren. Naar aanleiding van de naderende tiende verjaardag nam BVA graag de tijd voor een kritische analyse.

De E-peileis geldt sinds het ontstaan voor nieuwbouwprojecten en sinds 2015 ook voor ingrijpende energetische renovaties. Het berekende E-peil of energieprestatiepeil van een gebouw staat voor het berekend primair energieverbruik ervan, tegenover het referentieverbruik bij E100 voor datzelfde gebouw. Dat berekend verbruik hangt af van een reeks factoren zoals isolatie, bouwknopen, luchtdichtheid, zonnewinsten, thermische inertie, oververhittingsrisico, de toegepaste installatietechnieken voor o.a. koeling, verwarming, ventilatie, sanitair warm water, verlichting (bij kantoren) en eventuele hernieuwbare energie, met eisen afhankelijk van het project. Het E-peil houdt dus met meer factoren rekening dan het K-peil of de jaarlijkse netto-energiebehoefte voor ruimteverwarming.

De overheid legde in 2006 de eis vast op E100. Voor bouwaanvragen ingediend vanaf 2010 wijzigde dit naar E80, in 2012 verstrengde dit verder naar E70 om vanaf 2014 tot op vandaag te evolueren naar E60. Op korte termijn wordt deze E-peildaling verdergezet, want bouwaanvragen ingediend na 2016 zullen moeten voldoen aan E50. Deze stelselmatige verstrenging eindigt met de E30-eis vanaf 2021.

Meer nieuws